Paroles
1. Hannes loopt op klompen
zimpe zampe zompe
door de plassen dat het spat
broek en kousen worden nat!
Moeder zegt: "Hans, laat dat hoor!"
Hannes die loopt stevig door
hij laat zich niet lompen!
2. Hannes zit te brommen
rimme, ramme, romme
op zijn vader, op zijn moe
snauwt zijn broers en zusjes toe
heeft met niemand ooit geduld
zeg hem "Jij hebt zelf schuld!"
nou daar mot je niet om komme!
3. Wil je 't eens proberen
lirre, larre, leere
iets te maken van het kind
't is verloren moeite, vrind!
Jongetjes zo vol venijn,
kinderen die zo koppig zijn
kun je niet bekeren.